Adres
Diekendaal 21, 6598 AG, Heijen
Molenaar(s)
Harry Kaak, Frans Rademakers en Kaynee Heijnis
Eigenaar
Gemeente Gennep
Telefoon
0485-516619 of 06-2392 2837
E-mail
ha.kaak@ziggo.nl
Openingstijden en opmerkingen
Zaterdag 13.00-16.00
Is de molen buiten evenementen te bezoeken?
Op afspraak
Over de molen
BOUWJAAR
1862/1950
AANDRIJVING
Windmolen
TYPE
8-kante beltmolen
FUNCTIE
korenmolen
Inrichting: | 1 koppel maalstenen |
Vlucht: | 24,30 m |
Wieksysteem: | Van Bussel |
Binnenroede: | 24,30 m, staal, gelast, fabr. Derckx, nr. 777, bouwjaar 1994 |
Buitenroede: | 24,30 m, staal, gelast, fabr. Derckx, nr. 776, bouwjaar 1994 |
As: | Gietijzer, fabr. L.I. Enthoven & Co. te ’s Hage, nummer 560, bouwjaar 1870 |
Vang: | Vlaamse vang met trommel |
Bovenwiel of aswiel: | 67 kammen |
Overige molen- of aandrijfwielen: | Bonkelaar: 34 kammen (conisch) Spoorwiel: 94 kammen Steenrondsel: 25 staven |
Overbrengingsverhoudingen: | 1 : 7,41 |
Belt- of stellinghoogte: | 3,60 m |
Kruiwerk: | Engels kruiwerk, kruilier |
Biotoop: | 3 (matig) |
RD-coördinaten: | X = 196,876 Y = 407,429 |
GPS-coördinaten: | 51.654120 N, 5.992340 E |
Specificaties: | 1 koppel 16er kunststenen Luiwerk: sleepluiwerk |
Geschiedenis
De molen van Heijen, naar de vrouw van de laatste wind-molenaar Martin Kessels, “Gerarda”; genoemd, is een houten achtkante bergmolen, staande langs de rijksweg tussen de dorpen Heijen en Afferden. In vergelijking met vroegere jaren is het milieu van de omgeving er voor een windmolen minder vriendelijk geworden. De molen heeft een merkwaardige staat van dienst gehad.
Oorspronkelijk bemaalde hij de Veenpolder van Echten in de Friese gemeente Lemsterland, waar hij omstreeks 1850 werd gebouwd. Na ruim 60 jaar als poldermolen dienst te hebben gedaan, werd hij in 1913 overgeplaatst naar Hierden bij Harderwijk (Gld.) en vormde daar de bovenbouw van een beltmolen. Van 1914 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog deed hij in Hierden dienst als korenmolen.
Onder andere als gevolg van nieuwbouw in de omgeving werd de windvang daar zodanig belemmerd, dat hij tenslotte werd stilgezet. In de jaren 1949-1950 werd de molen door de Gebr. Hubert en Harrie Beijk uit Afferden afgebroken en als bergmolen in Heijen herbouwd. Dit omdat toen in Heijen toen nog geen openbaar elektrisch net aanwezig was.
Na zijn overplaatsing naar Limburg heeft de molen zekere kenmerken uit de oorspronkelijke streek behouden. Zo werden het achtkant en de kap met riet gedekt; een molenbouwmateriaal dat in Limburg niet gebruikelijk is.
In 1951 kwam de molen gereed en hij werd op zaterdag 18 april op feestelijke wijze in bedrijf genomen. Kessels had naast de windmolen vanaf 1952 een elektrische maalderij, waar vanaf die tijd met een Van Aarsenhamermolen uit Panheel voergraan werd gemalen. In 1966 werd de windmolen stilgezet omdat er geen maalgoed meer was, dat met stenen gemalen kon worden. Zes jaar later werd het gehele bedrijf stilgelegd. Vogels en ongedierte hadden in de loop der jaren het rietdek van het achtkant en de kap zodanig vernield, dat de herstelkosten voor Kessels te hoog waren geworden. Ten einde raad besloot hij de molen om zijn behoud voor een symbolisch bedrag aan de gemeente Gennep te verkopen, waaronder Heijen vanaf 1 januari 1973 ressorteert. De overdracht vond op 3 november 1975 plaats, in 1976 kon de molen gerestaureerd worden.
De houten achtkantmolen vond niet alleen in Heijen zijn derde standplaats, het was ook de derde molen die in de loop der jaren op die plaats heeft gemalen. Op de Gemeenteheide tussen Heijen en Afferden, een plaats die gunstig in het gemaal lag, liet Jan Mathijs Clevers uit Well, gehuwd met Hendrika Josepha Habraken een stenen bergmolen bouwen, waarvoor hij in 1861 aan het provinciaal bestuur toestemming vroeg. Met de bouwtijd verliep 1862 en in 1863 kwam de molen gereed. Later werd hij “De Oude Steenen Molen”; genoemd. Naast de poort is momenteel een steen ingemetseld, die aan dit feit herinnert. Op de steen zijn de initialen IMC en IHH en het jaartal 1862 aangebracht.
Tijdens een zware storm op 13 februari 1925 liep het bijna 26 m. lange gevlucht van de Heijense molen door de vang en als gevolg van de warmteontwikkeling brak in de kap brand uit. Tenslotte brandde de gehele molen af. Toenmalige eigenaar, Jan Wagemans, liet hem echter weer opbouwen. Onderin de molen plaatste hij tevens een maalstoel met een koppel 15-er stenen en in een kazemat van de molenberg een staande Deutz-gloeikopmotor. Deze combinatie heeft tientallen jaren als hulpgemaal dienst gedaan. In 1942 werd Martin Kessels moleneigenaar. Hij liet in dat jaar door de firma Chr. van Bussel uit Weert stroomlijnwieken aanbrengen en een mengketel plaatsen, die door de koning werd aangedreven. In de molen stonden nog een voorreiniger en een koekenbreker.
Op 11 oktober 1944 werd de molen door de Duitsers opgeblazen. Na de oorlog werden de restanten opgeruimd en kon de maalstoel met de ruwoliemotor bedrijfsklaar worden gemaakt. De gietijzeren molenas, die de val van het gevlucht na de explosie had overleefd, werd gebruikt voor het herstel van de later weer afgebroken, prachtig gelegen windmolen in Escharen (N.B.). Het onderste gedeelte van de gemetselde romp in de molenberg werd in 1950 gebruikt voor de bouw van het onderstuk, waarop het houten achtkant van de “Gerardamolen” is geplaatst.
Bij voldoende wind wordt er door de vrijwillig molenaar met de molen graan gemalen voor veevoer en menslijke consumptie.